MARK MULHOLLAND - REVOLUTIONS GO IN CIRCLES

Artiest info
Website
facebook
label: Ports of Call Music
distr.: Xango

Het lijkt silaan een weerkerend patroon te worden: zodra de zomer zo ongeveer zijn rugkant begint te tonen, komen muzikanten tevoorschijn met hun platen voor de eindejaarslijstjes. Deze “Revolutions Go in Circles” is er ook zo eentje. Het gaat hier om de derde plaat onder eigen naam van Mark Mulholland, een kerel die evenveel wereldreiziger en wereldburger is als muzikant/zanger/componist. In de loop der jaren mocht hij, die van Schotse afkomst is, zowel Parijs, Berlijn, New York als Bamako tot zijn thuisbasis rekenen en deze plaat, deels voor Corona opgenomen en deels tijdens en erna, is de neerslag van de omzwervingen van een rusteloze ziel, die overal en nergens thuis is en voor wie de reis vele keren belangrijker is dan de bestemming of de aankomst.

In die zin moet je ook Mark’s muzikale veelzijdigheid begrijpen: hij is zowel de muzikant als de producer, zowel de frontman als de backing vocalist en als je eens nagaat waar hij de voorbije jaren allemaal de hand heeft in gehad, kom je tot best wat verrassende vaststellingen: zo zat hij aan de knoppen bij Nikki Sudden, bij “onze” Ineke 23 & the Lipstick Painters, bij Craig Ward, bij de ongelooflijke Tamikrest voor hun “Tidal” album en bij de schromelijk onderschatte “Numa”-plaat van Kankou Kouyaté. Onderweg maakte hij muziek met zowat iedereen die hij tegenkwam, was hij lid van wijlen Toni Allen”s Afrzo-Haïtian Experimental Ochestra, hield hij zijn vrienden van Two Dollar Bash op de been en bleef hij contact houden met zijn makkers van het eerste uur, Sean Condron en Joe Armstrong.

Dat zijn in nogal wat gevallen namen die nu opduiken op deze ronduit indrukwekkende plaat die, hoe raar het ook mag klinken, op diverse plaatsen en en heel verschillende settings is opgenomen, met af en aanlopende muzikanten of zelfs, zoals in het geval van de hier ten huize erg geliefde Orit Shimoni, met bijdragen die gewoon langs de digitale snelweg heen en weer gestuurd werden en nu te horen zijn op vijf van de twaalf songs Ondanks al die op het eerste gezicht, beperkende gegevens, hoor je hier nochtans een verrassend samenhangende plaat, waarop zowel Toni Allen, Toumani Diabaté en Baba MD te horen zijn op allemaal eigen composities van Mulholland, met één uitzondering: de afsluiter “900 Miles” is een bewerking van de folk-traditional 500 Miles.

Maar terzake: je zult maar zelden een verzameling songs horen, die in se dermate van elkaar verschillen en toch samenhoren. Dit is het bewijs dat mensen als Mark Mulholland de troubadours van hun tijd zijn: waar ze zich ook bevinden, welke gebeurtenissen ze ook meemaken, of welke mensen ze ook ontmoeten, ze slagen er telkens weer in die dingen tot “de hunne” te maken en er vanuit hun beleving iets mee te doen.

En zo hoor je op deze kleine drie kwartier songs als opener “Moving On”, met verwijzing naar -hoe kan het anders- Jack Kerouac, en de door banjo aangedreven bluegrass van “Filling Up The Silence”, de Delta Blues van “River Walk”, waarop je één van de laatste opnames an Tony Allen kunt meemaken -hij komt trouwens nog terug in “On My Way”-, er zijn de beschouwingen en observaties van “Living Anywhere”, de heerlijke klanken van “Walk Awhile”, met Toumani Diabaté in een glansrol. Er zijn teveel mooie momenten om ze allemaal op te sommen, maar neemt u rustig van mij aan dat dit een absolute topplaat is, waarbij ik kan horen dat het geheel nóg groter is dan de som van de delen. Aristoteles zou hier héél blij mee geweest zijn!

(Dani Heyvaert)